Hof laat herziening Oostpunt in stand
Het Hof heeft in een uitspraak van vandaag de herziening Oostpunt in stand gelaten. Het Hof
bevestigt daarmee de uitspraak van het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao van
1 december 2021.
De herziening Oostpunt is de landsverordening van 19 januari 2017 waarmee het Eilandelijk
Ontwikkelingsplan Curaçao (EOP) is gewijzigd om ontwikkeling van het gebied Oostpunt
mogelijk te maken. Het Land Curaçao geeft daarmee uitvoering aan de
vaststellingsovereenkomst van 25 augustus 2010 tussen het toenmalige eilandgebied Curaçao
en de familie Maal, de eigenaren van de gronden in Oostpunt.
Enkele natuurbeschermingsorganisaties, waaronder Carmabi, Fundashon Pro Monumento
(ProMo) en Fundashon Defensa Ambiental (FDA), stelden beroep in tegen de herziening
Oostpunt. Zij vrezen dat door de ontwikkelingen die de herziening Oostpunt mogelijk maakt,
de natuur, het milieu en de cultuurhistorische waarden in het gebied Oostpunt onherstelbaar
worden aangetast.
Het Hof oordeelt in zijn uitspraak dat op grond van het geldende nationale recht van Curaçao
de herziening Oostpunt, een door de wetgever vastgestelde landsverordening, uitsluitend kan
worden getoetst aan de artikelen 3 tot en met 21 van de Staatsregeling (de klassieke
grondrechten) en aan eenieder verbindende bepalingen van verdragen en van besluiten van
volkenrechtelijke organisaties. De herziening Oostpunt kan niet worden getoetst aan
algemene rechtsbeginselen en (ander) ongeschreven recht, zoals het motiveringsbeginsel, het
formele en het materiële zorgvuldigheidsbeginsel en het rechtszekerheidsbeginsel. Het EVRM
brengt niet mee dat hierop voor de toetsing van de herziening Oostpunt een uitzondering
moet worden gemaakt. Strijdigheid van de herziening Oostpunt met een van de artikelen 3 tot
en met 21 van de Staatsregeling is door de natuurbeschermingsorganisaties niet ingeroepen.
Van strijd met een of meer van de wel ingeroepen bepalingen van internationaal (milieu)recht,
zoals het SPAW-protocol, het Biodiversiteitsverdrag en het Zeeschildpaddenverdrag, is geen
sprake. De herziening Oostpunt kan ook niet worden getoetst aan andere landsverordeningen,
zoals de Landsverordening grondslagen ruimtelijke ontwikkelingsplanning en de
Landsverordening ruimtelijke ontwikkelingsplanning Curaçao. Dat is zo, omdat de
herziening Oostpunt zelf ook een landsverordening is (en geen landsbesluit, houdende
algemene maatregelen, zoals ProMo en FDA hadden aangevoerd) en regelingen van gelijke
rang niet aan elkaar kunnen worden getoetst.
Carmabi had aangevoerd dat er een mogelijkheid is of moet zijn om voorafgaand aan het
beroep bij de bestuursrechter tegen de herziening Oostpunt de bezwaarschriftprocedure te
voeren van de Landsverordening administratieve rechtspraak. Het Hof stelt vast dat de
wetgever zo’n bezwaarschriftprocedure niet heeft voorgeschreven. Het Hof vindt de
mogelijkheid van een bezwaarschriftprocedure tegen een landsverordening ook niet
aangewezen.
Met de herziening Oostpunt maakt het EOP ontwikkeling van het gebied Oostpunt mogelijk.
Maar dat wil niet zeggen dat daaraan geen beperkingen zijn. Ontwikkeling zal immers moeten
plaatsvinden binnen de grenzen van het nationale recht van Curaçao (met inbegrip van het
EOP) en het internationale (milieu)recht. Het Hof geeft in de uitspraak een overzicht van de
mogelijkheden die de wetgever en de regering hebben om het juridisch-ruimtelijk kader voor
het gebied Oostpunt verder aan te passen en de naleving daarvan te handhaven. Daarbij is
van belang dat de herziening Oostpunt voorschrijft dat ontwikkeling van de gebieden in
Oostpunt alleen maar kan plaatsvinden als passende voorwaarden worden gesteld en
passende maatregelen worden genomen die waarborgen dat de natuur, het milieu en de
eventuele cultuurhistorische waarden in het gebied daadwerkelijk en effectief worden
beschermd. Een milieueffectrapportage is daarvan een belangrijk onderdeel.
Of de grenzen waarbinnen ontwikkeling van het gebied Oostpunt mogelijk is wel of niet zijn
overschreden, kan door de bestuursrechter worden getoetst, bijvoorbeeld als beroep wordt
ingesteld tegen vergunningen die ontwikkeling toestaan. De procedure waarin het Hof nu
uitspraak heeft gedaan, is daarom zeer waarschijnlijk niet de laatste in het kader van de
ontwikkeling van het gebied Oostpunt.