Verdachte van schietpartij in 2018 bij trùk’i pan Palu Blanku i in hoger beroep tot hogere straf veroordeeld voor moord op 25-jarige kok.
Willemstad – Het Gemeenschappelijk Hof van Justitie heeft vandaag de verdachte van de
schietpartij op 21 januari 2018 bij trùk’i pan Palu Blanku veroordeeld voor moord op de daar
werkzame kok en heeft hem met eenparigheid van stemmen een hogere gevangenisstraf
opgelegd dan de eerste rechter. Het Gerecht in eerste aanleg had de verdachte veroordeeld tot
een gevangenisstraf van 15 jaren. Het Hof acht een gevangenisstraf van 17 jaren en 6 meer
recht doen aan de aard en ernst van het feit.
Het Hof heeft geoordeeld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan moord op de kok.
Hij is ’s avonds laat naar de trùk’i pan gegaan waar het slachtoffer, een bekende van de
verdachte, werkte. Daar ontstond een discussie tussen hen beiden, waarbij de verdachte het
slachtoffer meerdere keren mondeling heeft bedreigd met de dood. De verdachte is weggegaan,
heeft zich omgekleed en is vervolgens korte tijd later gemaskerd en bewapend met een
vuurwapen naar de trùk’i pan teruggegaan. De verdachte is met het vuurwapen in zijn hand,
terwijl hij “hala hala” schreeuwde tegen de aanwezige klanten, op het slachtoffer in de trùk’i
pan afgerend en heeft kort na elkaar drie schoten op het slachtoffer afgevuurd. Het slachtoffer is
ten gevolge hiervan direct komen te overlijden.
De verdachte bekent dat hij eerder die avond een discussie met het slachtoffer had, maar
ontkent dat hij de schutter is geweest. Twee ooggetuigen wijzen de verdachte echter aan als de
schutter. Zij herkennen de schutter als de man die even eerder op die avond bij de trùk’i pan
aanwezig was en een discussie had met het slachtoffer, waarbij het slachtoffer met de dood is
bedreigd. De verdachte heeft ervoor gekozen om zijn betrokkenheid bij de moord hardnekkig te
ontkennen. Hierdoor tasten zowel het Hof als de nabestaanden in het duister over het motief
van de verdachte om tot zijn daad te komen, anders dan dat de verdachte naar aanleiding van
een woordenwisseling tot deze bizarre daad is gekomen.
De verdachte en het openbaar ministerie hebben 14 dagen de tijd om beroep in cassatie bij de
Hoge Raad in Nederland in te stellen.
De geanonimiseerde versie van het vonnis zal zo spoedig als mogelijk te raadplegen zijn via
http://www.rechtspraak.nl.