GEA veroordeelt leden KPC voor drugscontrole op het Marnix College
Op 21 september 2022 heeft het Gerecht in eerste aanleg van Curaçao uitspraak gedaan in een
strafzaak tegen drie politieagenten die op het Marnix College, een middelbare school, een
drugscontrole hebben uitgevoerd. Bij die controle werd een aantal minderjarige leerlingen door
deze agenten gesommeerd om hun broek en hun onderbroek te laten zakken en vervolgens twee
kniebuigingen te maken. Het openbaar ministerie heeft de politieagenten vervolgd voor onder
meer het onbevoegd aanwenden van bevoegdheden, wat strafbaar is gesteld in artikel 2:360 van
het Wetboek van Strafrecht.
De agenten wisten dat een onderzoek waarbij men de broek moet laten zakken zeer ingrijpend
is, en alleen onder strenge voorwaarden is toegestaan. Kort gezegd houden die voorwaarden in
dat er een stevige verdenking moet bestaan tegen de persoon die wordt onderzocht, en die stevige
verdenking moet blijken uit objectieve feiten en omstandigheden zodat rechterlijke controle
mogelijk is. Het Gerecht stelde vast dat die stevige verdenking er niet was, en dat de agenten dus
niet bevoegd waren om hun onderzoek op die manier te verrichten. Het Gerecht oordeelde dat
deze agenten zich inderdaad schuldig hebben gemaakt aan het opzettelijk in strijd met hun
bevoegdheid aanwenden van een opsporingsbevoegdheid uit de Opiumlandsverordening.
Tijdens de terechtzitting heeft het openbaar ministerie tegen twee van de betrokken agenten
taakstraffen geëist van 80 uren, geheel voorwaardelijk. Tegen de derde agent, die hoger in rang
was dan de andere twee en hen heeft geïnstrueerd hoe de drugscontrole uit te voeren, werd een
taakstraf van 120 uren geëist waarvan 40 voorwaardelijk, en daarnaast de ontzetting van het recht
om het ambt van opsporingsambtenaar uit te oefenen voor de duur van twee jaren, ook geheel
voorwaardelijk. Het Gerecht heeft deze eisen gehonoreerd en de agenten tot de gevorderde
straffen veroordeeld.
Deze uitspraak is belangrijk want laat zien dat politieoptreden wordt gecontroleerd en dat
politieagenten zo nodig, als daar aanleiding voor is, individueel worden bestraft.